Team eindblogpost

Concept ontwikkeling

Hoe sluit het eindproduct aan op de briefing en waarom dit de beste oplossing van het vraagstuk is voor jullie?

Zoals in de briefing beschreven bestaat het eindproduct uit een oplossing geïntegreerd binnen het bestaande mobiele platform van Open Rotterdam. Ons eindproduct kan als extra tabje bestaan binnen de huidige tabjes van de applicatie. Dit is ook op deze manier verwerkt in de visuals en het prototype en het staat aangegeven in het communicatieplan.

Verder staat in de briefing beschreven:

“OPEN Rotterdam wil nog verder groeien met hyperlokale verhalen via social media. OPEN wil later dit jaar voor eigen betaalde medewerkers maar ook voor vrijwilligers en burgerverslaggevers een simpel digital  format voor storytelling hanteren, waarin foto’s, tekst en simpele video`s kunnen worden gecombineerd met de reguliere social media.”

De happyhappenings binnen het eindproduct zijn hyperlokale gebeurtenissen die verhalen op zich zijn, maar ook tot nieuwe verhalen leiden. Hyperlokaal omdat Rotterdammers in de app lokale gebeurtenissen kunnen toevoegen. Deze gebeurtenissen bestaan uit locaties, tekst en foto’s/video’s. Daarnaast is het mogelijk de happenings te delen op de verschillende social media.

Zoals gewenst is, hebben professionals (burgerjournalisten en vrijwilligers) de mogelijkheid om ook happenings toe te voegen.

 

Hoe sluit de eindoplossing aan op alle wensen en belangen van de betrokkenen?

De wensen en belangen van de betrokkenen zijn in het hele concept verweven. Het product is middels het extra tabje geïntegreerd in de huidige applicatie. De professionals kunnen via ons format van de happy happening een gebeurtenis toevoegen. Open Rotterdam kan de rol van moderator vervullen waar nodig. Als hulp daarbij kunnen gebruikers onzuivere happenings rapporteren. De partners van Open Rotterdam zijn ook verweven met het uiteindelijke concept. Dit staat aangegeven in het communicatieplan bij de stakeholders.

De wensen en belangen van de eindgebruikers zijn naar voren gekomen in de verschillende onderzoeken (zie daarvoor ook de ‘Onderzoek’ categorie op de blog). Uit deze onderzoeken is onder andere naar voren gekomen dat Rotterdammers zitten te wachten op vrolijke verhalen. Verhalen die niet via een vast medium worden verspreid, maar via elk mogelijke weg (foto, video, tekst etc.). Het eindproduct draait dan ook om vrolijke multimediale verhalen.

Verder is er uit het onderzoek naar voren gekomen dat er veel eenpersoonshuishoudens zijn. Dit heeft ertoe geleidt dat wij vooral ook de locaties en het ‘nu’ van een happening hebben willen benadrukken. Is een gebruiker in de buurt van een happening die nu aan de gang is, dan is het makkelijk daar langs te gaan. Meerdere gebruikers kunnen elkaar daar ontmoeten en de happening is daarbij mogelijke gespreksstof.

Onze eindoplossing is terug te vinden in het blog onder de categorie ‘Concept’ en ‘Pitchpagina’.

 

Onderzoeken & Analyseren

Hoe hebben jullie niet voor de hand liggende oplossingen gevonden? Beschrijf dit proces, incl. alle onderzochte mogelijkheden ook diegene die zijn afgevallen.

Vooraf hadden we verschillende onderzoeksmethodes opgesteld. We wisten nog niet of we van deze methodes gebruik zouden maken, maar ze behoorden in ieder geval tot de mogelijkheden. De methodes die we hadden opgesteld waren interviews met mensen op straat, laddering interviews, een cultural probe, een enquête en deskresearch.

Voor het deskresearch hebben we uiteindelijk alle vier een onderwerp op ons genomen. De onderwerpen waar we graag informatie over wilden opzoeken waren storytelling, engagement, trends & ontwikkelingen, en doelgroep & stakeholders. Iris had onderzoek gedaan naar storytelling. Hierin zijn onder andere vragen beantwoord als hoe een goed verhaal in elkaar zit en op welke manieren er allemaal verhalen verteld kunnen worden. Rick had onderzoek gedaan naar engagement. Dit hield in dat hij onderzoek deed naar wat mensen triggert om bijvoorbeeld een applicatie te gebruiken. Saskia had onderzoek gedaan naar trends en ontwikkelingen op het gebied van storytelling. Wendy had onderzoek gedaan naar de doelgroep en naar de stakeholders. Hierin zijn onder andere vragen beantwoord als wie de doelgroep precies is en welke waarden zij hebben.

Voor het fieldresearch hebben we een afweging gemaakt of we voor de interviews op straat, de laddering interviews, de cultural probe of de enquête zouden gaan. Hiervoor hebben we advies gevraagd aan Ruth Delfgaauw. Zij kon ons helpen om de juiste keuze te maken. Hoe kunnen we in de tijd die we beschikbaar hebben zoveel mogelijk nuttige informatie verzamelen? Uit dit gesprek kwam dat we uit een probe waarschijnlijk de meeste en de meest nuttige informatie konden verzamelen. We wilden echter zoveel mogelijk Rotterdammers in ons onderzoek betrekken. Daarbij kwam ook dat we snel resultaten wilden hebben uit ons onderzoek om te kunnen brainstormen voor ons concept. Deze twee redenen zorgden ervoor dat we besloten om geen boekje van onze probe te maken en deze aan een aantal mensen te overhandigen. We kozen ervoor om een online probe aan te maken. We hebben een Facebook groep aangemaakt en hier verschillende Rotterdammers voor uitgenodigd. De Rotterdammers die in deze groep zaten verschilden van leeftijd. Er zaten mensen van 19 tot ongeveer 55 jaar in de groep. Hierdoor kregen we informatie van verschillende typen gebruikers. In de Facebook groep hebben we verschillende opdrachten geplaatst, vragen gesteld en verhalen geplaatst.

Vervolgens hebben wij gebrainstormd en de resultaten van het onderzoek onder de loep genomen. Naar aanleiding van onze brainstormsessie kwamen wij op een concept die verweven was met de onderzoeksresultaten.

In het blog onder de categorie ‘Onderzoek’ is het gehele onderzoeksproces te vinden.

 

Welke vernieuwende oplossingen hebben jullie gebruikt en welke inzichten uit onderzoek gaven daar aanleiding toe?

Niemand van ons had ooit een online probe uitgevoerd. Rick had sowieso nog nooit eerder een probe uitgezet en de rest had tot nu toe alleen een probe in de vorm van een boekje gemaakt. Wat dat betreft hebben we allemaal een nieuwe onderzoeksmethode gebruikt. Een onderzoeksmethode die buiten onze comfortzone ligt. We hebben wel een aantal inzichten hieruit gekregen, maar we zijn allemaal van mening dat we het uitzetten van deze online probe niet optimaal hebben uitgevoerd. We hebben direct een groep aangemaakt en eigenlijk random verhalen geplaatst en vragen gesteld. Achteraf hadden we beter vooraf kunnen nadenken wat we allemaal in de groep wilden zetten en wat we graag over de doelgroep zouden willen weten. Wat we merkten is dat men niet wist wat ze moesten met de verhalen die gepost werden. Men heeft hier niet echt op gereageerd, waardoor we hier niet echt goede informatie uit hebben kunnen halen. De vragen die gesteld werden, werden beter ontvangen. De vragen waren in de vorm van een poll. Dit is een lage drempel om te beantwoorden. Men hoeft alleen een antwoord aan te vinken. Ondanks dat we wel antwoorden op deze vragen kregen, hadden we nog geen dieper liggende informatie. Deze hebben we uiteindelijk deels nog ontvangen door de mensen persoonlijk aan te spreken waarom ze voor een bepaalde keuze zijn gegaan. Deze vraag werd dan ook nog beantwoord, waardoor we nog wat extra informatie kregen. We baalden echter wel dat de probe niet is uitgepakt zoals we hadden gehoopt. Het bleek ook niet volledig duidelijk waar we de resultaten voor zouden gebruiken. Dit zou ook een reden kunnen zijn dat men niet op alle vragen en verhalen heeft geantwoord.

Gelukkig hadden we toch nog een aantal inzichten uit de probe kunnen halen. Allereerst hadden mensen behoefte aan informatie over de kleine evenementen en gebeurtenissen. Er werd aangegeven dat de grotere evenementen wel duidelijk worden aangekondigd, maar dat ze de kleine evenementen vaak juist zo leuk vinden en daar lang niet altijd van op de hoogte zijn. Wat ook werd aangegeven is dat men vrolijk wordt van de kleine dingen in het leven. Dit zijn ook de momenten die de dag van mensen maakt. Vrolijke gebeurtenissen beïnvloeden hun dag meer dan vervelende gebeurtenissen. Wat ook naar voren kwam is dat men een verhaal het liefste ontvangt door een combinatie van verschillende elementen, zoals tekst, foto, video en muziek. Dit kwam doordat een foto meer dan woorden zegt en omdat muziek emotie aan een verhaal toevoegt. Een andere manier waarop men graag verhalen ontvangt is face-to-face. Men voelt zich het meest verbonden met een verhaal wanneer ze zich persoonlijk konden inleven in het verhaal. Een andere manier waarop men zich verbonden voelt is wanneer ze zelf een vergelijkbare ervaring hebben gehad of wanneer het verhaal ze inspireerd. Als laatste gaf men aan dat ze hun telefoon met name uit verveling pakken.

Dit is allemaal verwerkt in ons concept/applicatie. Kleine evenementen en positieve verhalen worden aangekondigd in de applicatie door middel van foto/video/muziek en een klein gedeelte tekst. De verveling pakken we aan door de aankondiging van een klein evenement in de buurt.

Multidisciplinair weken

Hoe zijn alle rollen in het team optimaal en zichtbaar ingezet in het proces?

Wij hadden al vroeg in het proces de rollen verdeeld in het team. Twee rollen waren voor de hand liggend. We hebben bijvoorbeeld onze MT`er Rick die de prototypes zou maken en daarnaast hebben we Wendy onze Communicatie en Digitale Media student die zich op een communicatieplan heeft gericht. Iris en Saskia zijn beide CMD studenten en hebben de rollen Visual en Interaction designer verdeeld. Iris was dus de Interaction Designer en Saskia de Visual designer. Doordat de rollen zo duidelijk waren voor iedereen konden we ze ook optimaal gebruiken voor ons team. Iedereen heeft zich echt aan zijn eigen rol gehouden, maar dat ging weer niet ten koste van de agyle samenwerking. We konden elkaar goed feedback geven waardoor iedereen zichzelf kon verbeteren in zijn/haar rol. Ook verliep de communicatie optimaal wat ervoor zorgde dat iedereen zijn inbreng kon geven. Ondanks dat iedereen zijn eigen rol had, was iedereen betrokken.

 

Hoe komt ieders inbreng terug in de eindoplossing?

Alle disciplines in het team zijn goed tot hun recht gekomen. Iedereen heeft bijgedragen aan het concept en het proces van concept tot eindoplossing. In de eindoplossing hebben de CMD’ers al het visuele gerealiseerd. Dit betekent dat zij onder andere hebben bepaald wat de beste posities zijn voor de verschillende onderdelen, wat de beste kleuren zijn voor de verschillende situaties en momenten en welke afbeeldingen bij het concept passen.

De bijdrage van de MT’er is vooral te vinden in de uitwerking van het prototype. Binnen het prototype zijn bepaalde ontwikkelafwegingen gemaakt en is rekening gehouden met de flow van de eindoplossing.

De CDM’er heeft ervoor gezorgd dat de eindoplossing echt ingezet kan worden met onder andere een communicatieplan. Onderdelen van dit plan zitten ook verwerkt in de eindoplossing in bijvoorbeeld het beloningssysteem.

Door ieder zijn inbreng zijn wij tot een goede eindoplossing gekomen.

 

Wat ging goed? Wat had beter gekund?

Iedereen was altijd heel erg op de hoogte van wat iedereen aan het doen was. Zo konden we dus goed op elkaar inwerken. Er werd vaak aan elkaar gevraagd hoe het met het werk ging en wat degene aan het doen was. Zo konden we goed op elkaar inspelen en agyle te werk gaan. We lieten ons werk veel aan elkaar zien en gaven dan feedback op elkaar.

Een aantal weken nadat we het concept hadden bedacht zaten we niet meer helemaal op één lijn. Iedereen had verschillende visies op het concept en we begrepen elkaar even niet meer zo goed. We hebben het concept hierna weer goed met elkaar besproken zodat we van elkaar weer precies wisten hoe alles zat en dat iedereen weer dezelfde visie had op het concept.

 

Professionaliteit

Hoe verliep het contact met alle betrokkenen (o.a. opdrachtgevers en partners, klanten, doelgroep / gebruikers)?

De contactmomenten met de opdrachtgever zijn voor ons voldoende geweest om al onze vragen beantwoord te krijgen. Vooraf wisten we niet goed wat we konden verwachten van de opdrachtgever, maar achteraf was de feedback op ons concept erg positief. De opdrachtgever kon ons opbouwende feedback geven en gaf ons vraagstukken waar wij ons in konden verdiepen.

In de probe hebben we een poging gedaan om de doelgroep aan te spreken. Dit is deels geslaagd, maar we hebben daarbij niet de hoeveelheid reacties gehad waar we op hadden gehoopt. Onze aanpak hierbij had waarschijnlijk wat meer voorbereiding nodig. Wel zijn wij geslaagd om juiste onderzoeksresultaten te krijgen.

 

Hoe hebben jullie elkaar aangesproken op houding, gedrag, inzet en tijdsbesteding? Wat waren kenmerkende momenten daarvoor? Geef voorbeelden.

Iedereen is heel erg eerlijk geweest tegen elkaar. Regelmatig werd aan elkaar gevraagd waar iedereen mee bezig was. Onenigheid kon op sommige momenten wat langer aanhouden, maar daarbij probeerde wel iedereen te achterhalen wat het probleem was. Vooral met het concreet krijgen van het concept probeerde iedereen bij elkaar te achterhalen wat de visie was van dat teamlid en daarbij hebben we doorgevraagd totdat we allemaal op één lijn zaten.

Qua houding, gedrag, inzet en tijdsbesteding was van iedereen erg goed. Iedereen heeft de gehele periode een goede instelling gehad. Dit kwam mede doordat we elkaar van tevoren hadden uitgekozen als groep omdat wij op dezelfde lijn zaten. Er was af en toe onenigheid maar dit kwam merendeel vanwege miscommunicatie. Dit werd altijd snel verholpen door met elkaar te blijven praten en eerlijk te zijn. De feedback werd bij iedereen goed ontvangen.

 

Wat ging goed? Wat had beter gekund?

Iedereen zat op één lijn en deed zijn werk uitstekend. Op houding, gedrag, inzet en tijdsbesteding is niets op aan te merken. Wij spraken twee keer per week met zijn allen af waardoor er goed gecommuniceerd werd.

Er waren twee punten die beter hadden gekund, namelijk het op tijd aangeven van het niet kunnen opdagen of iets niet af kon zijn en ieder zijn visie over het concept had beter gecommuniceerd kunnen worden. Deze twee punten nemen wij ook mee in ons leerproces. Als je elkaar niet begrijp, zorg er dan voor dat je blijft praten met elkaar zodat iedereen elkaar begrijp. Dit hebben wij ook gedaan, maar toch bleef dit een lastig punt. Het op tijd aangeven over een bepaalde situatie nemen wij ook mee als leerpunt.

Al met al hebben wij een geslaagde periode achter de rug waarbij de samenwerking optimaal verliep zonder enorme moeilijkheden.

 

Leave a comment

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Je mag gebruik maken van deze HTML tags en attributen: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>